1.1) De docent is een lerende en innoverende professional
Het belangrijkste doel van een docent is dat een leerling iets leert tijdens de les. Maar naast de standaardopdrachten in de lesboeken, is het ook belangrijk om te variëren in de les. Innovatie, oftewel het toepassen van iets nieuws in de praktijk, kan ervoor zorgen dat leerlingen geprikkeld worden om mee te doen in de les.
1.1.1 De docent toont aan dat hij een lerende professional is die zelfstandig, creatief en kritisch gebruik maakt van de (nieuwe-) mogelijkheden van ICT bij leren, lesgeven en organiseren van onderwijs.
Iedere les maak ik op een bepaalde manier gebruik van de ICT-middelen die ik tot mijn beschikking heb. De ene les gebruik ik het digibord om opdrachten na te kijken. In andere lessen gebruik ik PowerPointpresentaties om de uitleg te verduidelijken of gebruik ik een filmpje ter ondersteuning. Dit digitale format voor het maken en geven van presentaties vind ik prettig om te gebruiken omdat leerlingen tegelijkertijd luisteren en zien wat er uitgelegd wordt. Dit ICT-middel gebruik ik verder ook regelmatig wanneer ik voor de opleiding een presentatie moet maken of geven. Een voorbeeld van een PowerPoint heb ik hiernaast bijgevoegd.
Buiten de opleiding om ben ik via Facebook lid geworden van een groep, speciaal voor docenten Nederlands: 'Leraar Nederlands'. Docenten van allerlei onderwijsniveaus komen hier samen om te sparren over bepaalde zaken, inspiratie op te doen of juist goede ideeën te delen. Elkaar voorzien van advies en elkaar ondersteunen in ons vakgebied, zorgt vaak voor interessante kwesties of oplossingen. Omdat de groep besloten is en je eerst toestemming moet krijgen om lid te worden, wordt voorkomen dat ouders, leerlingen of ongewenste gasten zich schuilhouden binnen de groep. Verder wordt er veel materiaal met elkaar gedeeld. Dit gebeurt via de zogenaamde drive. Deze website is te vinden op http://drive.nlnu.nu/
In mijn lessen maak ik regelmatig gebruik van Kahoot. Deze online quiz wordt door docenten zelf gemaakt. De vragen worden zelf bedacht, net als de antwoorden. Leerlingen kunnen aan de hand van een unieke code inloggen met hun pc of mobiele telefoon. Via een nickname kunnen ze meedoen met de quiz en zo hun antwoord op de vraag kenbaar maken. Deze multiple choice-quizzen zijn vaak erg populair onder leerlingen. Wat ik wel merk, is dat leerlingen regelmatig met andere zaken bezig zijn dan met quizzen. Als docent is er weinig zicht op datgene wat de leerling doet. Daarnaast merk ik, dat als ik dit middel te vaak inzet, leerlingen steeds minder enthousiast worden omdat ze het te vaak hebben gespeeld. Hiernaast heb ik een voorbeeld van een eigen quiz toegevoegd, evenals de bijbehorende link (https://create.kahoot.it/details/synoniemen/51b91686-221b-4bd8-b565-a0e919797dc6)
Via klasgenoten heb ik gehoord dat er ook andere manieren zijn om de kennis van leerlingen op een interactieve en activerende manier te testen. Enkele voorbeelden hiervan zijn Quizizz, Socrative en Mentimeter. Bij Quizizz is het voordeel dat leerlingen niet allemaal tegelijk dezelfde vraag te zien krijgen en het voorzeggen. Ook ontvang je een bestandje met de resultaten en ook de leerlingen zelf kunnen hun vooruitgang in de gaten houden. Mentimeter is een soort quiz die vaak als afsluiting van een hoofdstuk ingezet kan worden. Docenten kunnen zelf vragen bedenken en de leerlingen kunnen ook hier hun eigen prestatie in de gaten houden.
Wanneer ik niet weet hoe ik een les het beste in kan delen of in moet vullen, kijk ik op sites zoals Pinterest, www.wikiwijs.nl, www.leraar24.nl of www.kennisnet.nl.
Op deze websites doe ik vooral lesideeën op op het gebied van activerende werkvormen.
1.1.2. De docent toont aan dat hij beschikt over de overtuiging dat betekenisvol onderwijs vraagt om beargumenteerde inzet van ICT en is in staat om de verworvenheden en beperkingen van technologie te herkennen en te integreren in betekenisvol onderwijs.
Op papier maak ik iedere dag wel gebruik van ICT-middelen maar in de praktijk pakt dit vaak anders uit. Ik merk aan de leerlingen dat ze het echter wel waarderen wanneer uitleg op opdrachten ook visueel worden gemaakt in de vorm van een PowerPoint of Prezi-presentatie.
Daarnaast probeer ik met enige regelmaat ook digitaal interactief te zijn. Dit doe ik vaak aan de hand van een quiz waarin ik de kennis van leerlingen test over bepaalde onderwerpen of net voor een toets aan. Op een gegeven moment merkte ik dat leerlingen niet meer meededen of begonnen te zuchten bij het woord 'Kahoot' terwijl ik er juist van uitging dat ze het fijn vonden om eens niet uit het boek te werken en hun telefoon te mogen gebruiken. In plaats van een actieve houding aan te nemen, zagen veel leerlingen dit als een uitweg om spelletjes te spelen of online te zijn op hun sociale media. Na rondvraag bleek dat meer docenten regelmatig gebruik van Kahoot waardoor de de lol er voor leerlingen af ging.
Ik ben op zoek gegaan naar andere manieren om de kennis van leerlingen te testen. Het is namelijk belangrijk dat de inzet van ICT-middelen aansluit bij de leerling. Het is hierbij vooral belangrijk dat het middel en de inhoud daarvan aansluiten bij de belevingswereld van de leerling (SLO, 2011). Anders heeft het gebruik ervan geen zin omdat leerlingen het nut er niet van inzien. Door veel te variëren met verschillende activerende werkvormen en ICT-middelen en daarbij ook aan de sluiten op de interesses en wereld van leerlingen, hoop ik dat ze gemotiveerd zijn en raken bij de opdrachten.
Uit onderzoek van Kennisnet (2013), terug te vinden via deze link (https://www.kidsenjongeren.nl/wp-content/uploads/2013/11/Samen-leren-het-onderwijs-volgens-generatie-Z.pdf), is gebleken dat leerlingen tegenwoordig steeds meer behoefte hebben aan lessen over ICT-gebruik. De huidige stroom leerlingen, ook wel Generatie Z genoemd, leert vooral op school. Hier leren ze niet alleen uit papieren boeken maar ook steeds meer aan de hand van digitale middelen. Hoewel uit het onderzoek ook blijkt dat leerlingen op het voortgezet onderwijs school ervaart als iets dat moet, zien ze het ook als een plek waar geleerd wordt en waar talenten ontdekt kunnen worden. De jongeren die in het onderzoek centraal staan, geven aan dat digitale middelen niet altijd correct worden ingezet maar dat ze dit niet erg vinden. Wel vinden ze het belangrijk dat de context en de doelen van het gebruik duidelijk zijn. Leerlingen geven aan dat dit niet voldoende gebeurt. Ik vind het, als docent, erg belangrijk dat leerlingen voldoende vaardigheden opdoen via digitale leermiddelen en dat de relatie tussen deze middelen en het leren centraal staat. ICT-middelen hebben tegenwoordig een meer centrale plek in de les maar het moet wel zodanig ingezet worden dat leerlingen er iets van leren en dat het ook toepasbaar is bij andere vakken of in meerdere situaties. Dit zal er ook toe leiden dat leerlingen meer gemotiveerd zijn om goed mee te doen in de les.
Leerlingen zien graag dat het onderwijs wat praktischer ingesteld wordt: leer datgene wat je in de praktijk doet. Dus, meer doen en meer context. Hierbij kan digitalisering een handvat zijn maar is niet de oplossing. De inzet van ICT-middelen zou leerlingen bijvoorbeeld kunnen helpen om:
- mediawijzer te worden;
- te begrijpen hoe digitale middelen ingezet kunnen worden om zelfstandiger, leuker of beter te leren;
- te leren hoe een computer of het internet werkt;
- te leren hoe je dingen opzoekt en je deze informatie daarna ook filtert.
Het is belangrijk om als school te bepalen welke visie je inneemt over het gebruik van ICT-middelen in de les. Persoonlijk kan ik hier nog veel stappen maken. Nu gebruik ik het vaak als ondersteuning of controlemiddel. Bovenstaande punten zou ik echter graag meer integreren in mijn lessen ten behoefte van de leerlingen en hun leerproces.
Maak jouw eigen website met JouwWeb